-
1 marge
marge [maarzĵ]〈v.〉2 marge ⇒ speelruimte, speling♦voorbeelden:des notes en marge • kanttekeningenmarge bénéficiaire • winstmargeavoir de la marge • alle tijd hebbenlaisser de la marge à qn. • iemand speelruimte laten3 en marge de la société • aan de zelfkant van, buiten de samenlevingf1) kantlijn, witte rand2) marge, speelruimte -
2 laisser de la marge à qn.
laisser de la marge à qn.Dictionnaire français-néerlandais > laisser de la marge à qn.
-
3 Luft
〈v.; Luft, Lüfte〉2 briesje, luchtje, wind(je)♦voorbeelden:frische Luft schnappen • een luchtje scheppen〈informeel; ironisch〉 na, dann gute Luft! • veel succes!〈 informeel〉 jemandem die Luft abdrehen, abdrücken • iemand in het nauw brengen, iemand ruïneren〈 informeel〉 halt die Luft an! • (a) wees eens stil!; (b) overdrijf niet zo! • (c) schep niet zo op!Luft holen, 〈 formeel〉schöpfen • ademhalen, adem scheppenan die (frische) Luft gehen • naar buiten gaan, in de buitenlucht komenKleider an die Luft hängen • kleren uithangen〈 informeel〉 jemanden an die (frische) Luft setzen, befördern • iemand op straat zetten, buitengooien〈 informeel〉 aus diesem Unternehmen ist die Luft raus • er is geen fut, pep meer in deze ondernemingper Luft • met het, per vliegtuigjemanden wie Luft behandeln • doen alsof iemand lucht is2 frische, eine andere, bessere Luft in eine Sache (hinein)bringen • een frisse wind door iets laten waaien3 seinem Unmut Luft machen • zijn ontstemming, wrevel uitenich musste mir mal Luft machen • ik moest mijn hart eens luchtenich konnte mir etwas Luft verschaffen • ik kon wat meer speelruimte veroveren -
4 play
n. toneelstuk; spel; speeltuig; lach; humor--------v. spelen; voordragen; spelen ( muziek)play1[ plee] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 spel4 actie ⇒ activiteit, beweging♦voorbeelden:〈Amerikaans-Engels; voornamelijk sport〉 set play • ingestudeerd(e) spel(patroon)/manoeuvreallow/give full/free play to something • iets vrij spel latenthere's too much play in the rope • het touw heeft te veel spelingbring/call into play • erbij betrekkencome into play • mee gaan spelen¶ make great play about/of • erg de nadruk leggen op, sterk benadrukken————————play21 spelen♦voorbeelden:play dead • doen alsof men dood isplay on • doorspelenplay at soldiers/hide-and-seek • soldaatje/verstoppertje spelen〈 figuurlijk〉 play at something • iets niet ernstig nemen, iets doen voor de pretplay down to someone • zich aan iemand aanpassen〈 informeel〉 what on earth are you playing at? • wat heeft dit allemaal te betekenen?play (up)on someone's feelings • op iemands gevoelens werkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:play back a tape • een band afspelen/weergevenhe played his last dollar • hij zette zijn laatste dollar inplay someone along • iemand aan het lijntje houdenplay something down • iets bagatelliseren -
5 champ
champ [sĵã]〈m.〉1 veld ⇒ akker, weide2 veld ⇒ terrein, gebied♦voorbeelden:en plein champ • in het vrije veld, in de open luchtà travers champs • dwars door het veldle champ d'une antenne • het bereik van een (zend)antennele champ d'application • de toepassingssfeerchamp d'aviation • vliegkamp, -terreinchamp de courses • (paarden)renbaanchamp de gravitation • gravitatieveldchamp de mines • mijnenveldchamp de recherches • onderzoeksterreinchamp de la vision • gezichtsveld〈 geschiedenis, ook figuurlijk〉 champ clos • strijdperk, toernooiveld〈 figuurlijk〉 avoir le champ libre • vrij spel, alle vrijheid hebbenchamp magnétique • magnetisch veldchamp pétrolifère • olieveldlaisser le champ libre à qn. • iemand vrij spel gevenlaisser plus de champ à qn. • iemand meer speelruimte gevenm1) veld, akker2) terrein -
6 scherp
scherp1〈 het〉1 [snede van wapen] edge2 [kogels] ball♦voorbeelden:met scherp schieten • fire (with) live ammunition————————scherp21 [goed snijdend, geslepen] sharp2 [met een fijne punt] sharp(-pointed)4 [de zintuigen pijnlijk aandoend] sharp ⇒ pungent, hot, spicy 〈 voedsel〉, cutting 〈 kou, wind〉, biting 〈 kou, wind〉5 [streng] strict, severe9 [zonder veel speelruimte] 〈zie voorbeelden 9〉♦voorbeelden:scherpe rand • sharp edgedeze stok loopt scherp toe in een punt • this stick tapers off to a pointeen scherp licht • a glaring lightscherpe mosterd/kerrie • hot mustard/curryscherpe tabak • pungent tobaccoeen scherpe wind • a cutting windscherpe taal • trenchant languageop scherpe toon zijn instructies geven • rasp out one's instructionseen scherpe vraag • a pointed questionscherp uitvallen tegen iemand • lash out at someoneiemand/iets scherp veroordelen • condemn someone/something stronglyscherp gekant zijn tegen • be strongly opposed toeen scherp contrast vormen • be in sharp contrast withniet scherp omlijnd • not well-definedzich scherp aftekenen tegen • stand out boldly againstiets scherp uit laten komen • throw something into reliefscherp luisteren • listen intentlyscherp zien/horen • have a keen eye/earscherp concurreren • compete closely10 scherp zand • sharp/gritty sand -
7 scherp
scherp1〈 het〉♦voorbeelden:met scherp schieten • tirer à balles————————scherp2♦voorbeelden:een scherp potlood • un crayon pointuscherpe trekken • traits en lame de couteaumaak die punt wat scherper • aiguise un peu cette pointeeen scherp licht • une lumière cruescherpe pijnen • douleurs aiguësde wind is scherp • le vent est âpreiemand scherp bekritiseren • critiquer qn. violemmentscherp gekant zijn tegen • être fortement hostile àscherp reageren • réagir avec véhémencescherp uitvallen • se répandre en invectiveszich scherp aftekenen tegen • se détacher suriets scherp uit laten komen • accentuer qc.scherp horen • avoir l'oreille finescherp luisteren • tendre l'oreillescherp zien • avoir la vue perçanteeen scherp verhoor • un interrogatoire serréscherp beoordelen • juger sévèrementscherp concurreren • faire une concurrence acharnéeeen bocht scherp nemen • prendre un virage à la corde
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский